Dit verhaal is van Judit (1935). Zij liep op een dag hand in hand met haar vader over straat, toen er ineens bommen naar beneden kwamen. Haar vader stelde haar gerust door te zeggen dat hij het verschil kon horen tussen bommen die door de vijand werden gebracht en bommen van de mensen die hen zouden komen bevrijden. Hij zei dat dit het goede soort bommen was. Judit voelde zich ondanks alles veilig, doordat ze de hand van haar vader vast had.
Deze tekst kan door één acteur, maar ook door een grote groep worden gespeeld. Elke vraag kan dan door iemand anders worden gesteld. Het is alsof door het stellen van de ene vraag de andere wordt bedacht en gesteld. Als een gedachtenstroom die hardop te horen is. De scène kan dicht op het publiek worden gespeeld, in een rij bijvoorbeeld, alsof het publiek antwoord zou kunnen geven op de vragen
ACTEUR | Denk jij dat je het verschil zou kunnen horen tussen bommen van mensen die je komen helpen en bommen van mensen die dat niet willen? Zou jij op straat durven lopen als je wist dat er één naar beneden zou kunnen komen vallen? Of zou je dan nooit meer naar buiten gaan? Wat als je dan iets nodig hebt? Zou je dan eerder de straat op durven gaan als je de hand vast had van iemand die je vertrouwt, of als je alleen zou zijn? Zou je dan rennen of voorzichtig lopen? Zou je tegen jezelf zeggen dat het wel goed zou komen of zou je in paniek raken? Wat als het verboden is de straat op te gaan, maar je moet Zou je dan iets veranderen aan je uiterlijk of als jezelf gaan? Of zou je liever iemand anders laten gaan? Zou jij een ander durven helpen als je zelf in gevaar zou komen? Of zou je liever altijd zo veilig mogelijk willen zijn? Wat als iemand die je niet kent op straat wordt uitgescholden Zou je er iets van zeggen of loop je dan door? Wat als diegene wordt bespuugd? Wordt geslagen? Wat als het door een grote groep wordt gedaan? Wat nou als je diegene eigenlijk al echt een eikel vond? Wat als het je buurman is? Een vriendin of een goede vriend? Wat als het een vriend van je is Die iemand die je niet kent aan het uitschelden is? Zou je er dan wat van zeggen? Of doe je dan mee met die vriend? Of zou je dan doorlopen en het proberen te vergeten? Zou jij je vrienden nog vertrouwen als blijkt dat ze heel anders over dingen denken dan jij? Of neem je dat dan voor lief? Is het belangrijk om hetzelfde over dingen te denken? Of is het juist goed om van mening te verschillen? Wat als jij de enige bent met een mening en je niemand kent die dezelfde mening deelt? Zou je dan gaan twijfelen over die mening? Of zou je altijd op je eigen gedachten kunnen vertrouwen? Denk je dat het zinvol is om na te denken over dit soort dingen? Of heb je liever dat we het er niet over hebben? Wil je dat ik verder ga of heb je liever dat ik stop? Zal ik anders even stil zijn? Of hou jij niet van stilte? Denk je dat het beter is om samen stil te zijn Of te blijven praten? |
In januari 2020 speelde de voorstelling ‘Kint sincs senki (Er is hier niemand)’ in Boedapest (regie: Viola Kallós en Gergő Borbás – productiehuis: Itt és Most Társulat). De voorstelling speelde in verschillende delen van de Joodse Wijk.