Categorieën

Kazerne Dossin

Thema's: Deportatie, Jodenvervolging

Locatie: België, Brussel

Door: Pleun Peters

Dit verhaal is van Simon (1931). Hij werd geboren in Ukkel (België) en groeide op in Brussel. Halverwege de Tweede Wereldoorlog pakte de Gestapo Simon, zijn moeder en zijn zusje op en werden ze naar Kazerne Dossin gebracht. Op 19 april 1943 werden ze op transport gezet naar Auschwitz. Deze trein, het twintigste konvooi, werd in diezelfde nacht overvallen door drie jonge mannen van het verzet. Daardoor wist Simon te ontsnappen. Mensen uit de omgeving brachten Simon terug naar Brussel, waar hij werd herenigd met zijn vader. Zijn moeder en zusje werden direct bij aankomst in Auschwitz vergast. Op 9 juli 1945 stierf Simons vader uit wanhoop in hun huis in Brussel. De veertienjarige Simon moest alleen verder.

PERSONAGESVERTELLER 1
VERTELLER 2

VERTELLER 1 staat midden op het toneel, om hem of haar heen loopt VERTELLER 2 een patroon, schijnbaar zonder VERTELLER 1 te horen of op te merken

VERTELLER 118 maart 1943
Aankomst kazerne Dossin, Mechelen
Simon ziet een man
Simon ziet een man met een pet
Een man met een pet achter een tafel
Simon ziet hem cijfers opschrijven
Heel veel cijfers
Simon ziet zijn naam veranderen in een cijfer
Hij is nu nummer duizend-tweehonderd-vierendertig
Eén twee drie vier
Simon knijpt hard in de hand van nummer
duizend-tweehonderd-drieëndertig, zijn moeder
Hij kijkt rond en ziet eindeloos veel getallen
Roepende soldaten, wenende baby’s
Angstige lichamen op zoek naar een plekje
Niemand weet wat er nu gaat gebeuren
Eén twee drie vier
Dat is het enige wat hij weet
Simon moet denken aan één-twee-drie-piano, zijn lievelingsspel
Hij maakt er in zijn hoofd één-twee-drie-vier-piano van
Met wie zou hij dat hier kunnen spelen?

VERTELLER 1 begint ook een patroon te lopen. Na een tijdje komen beiden tot stilstand. VERTELLER 2 richt zich tot het publiek

VERTELLER 219 april 1943
Binnenplein kazerne Dossin
Simon ziet een blauwe hemel,
een vogel die voorbij vliegt,
een vloer van kasseien
Links en rechts van hem een rij soldaten met wapens en helmen
Hij ziet dat de veters van de rechterschoen van de man voor hem
los zitten
Hij voelt de stevige hand van zijn moeder verwikkeld in de zijne
Lange rijen
Een ketting van meer dan duizend mensen
De man met de losse veter kijkt bang
Simon zwaait naar iemand die hij kent
Voor hem een lange trein
Een pikzwarte beestenwagen met wijdopen mond
die maar mensen blijft opslorpen

In januari 2020 speelde de voorstelling ‘Wie niet weg is, is gezien’ in Brussel (regie: Elke van der Kelen en Pleun Peters – productiehuis: TINT). De voorstelling speelde in Atelier Marcel Hastir – de plek waar de overval op het twintigste konvooi is bedacht.