Dit verhaal is van de Joodse Daniël (1934). Hij werd in 1943 samen met zijn ouders opgepakt en naar de Hollandse Schouwburg in Amsterdam gebracht. Nadat hij door het verzet werd weggesmokkeld, heeft Daniël – die toen Jan heette – op verschillende plekken ondergedoken gezeten. Uiteindelijk kwam hij bij een gezin in Enschede terecht, daar heeft hij zijn verdere leven gewoond. Zijn ouders zijn omgekomen in concentratiekampen.
PERSONAGES | VERTELLER 1 VERTELLER 2 |
Het decor is een tijdlijn. Deze wordt door VERTELLER 1 en 2 gebruikt om de geschiedenis inzichtelijk te maken. De tekst kan ook verdeeld worden over meerdere vertellers. Of er kunnen meer acteurs zijn, die de gebeurtenissen op een poëtische manier uitbeelden
VERTELLER 1 | We beginnen hier: 1940 Daniël was zes jaar toen de oorlog begon |
VERTELLER 2 | Tijdens een razzia in 1943, dat is hier, werd Daniël Fransman samen met zijn moeder opgepakt |
VERTELLER 1 | Ze werden naar de Hollandse Schouwburg in Amsterdam gebracht en kregen een Jodenster opgeplakt |
VERTELLER 2 | Alle ouders en kinderen werden gescheiden Aan de overkant was een crèche Daar moesten alle kinderen heen Dus ook Daniël Fransman |
VERTELLER 1 | Daniël heeft zijn ouders nooit meer gezien |
VERTELLER 2 | Soms gingen ze buiten wandelen met al die kinderen van de crèche |
VERTELLER 1 | Ze liepen dan hand in hand in een lange rij op straat |
VERTELLER 2 | Er kwam een mevrouw naast Daniël lopen Ze pakte zijn hand vast, draaide zich om en liep met hem weg |
VERTELLER 1 | Zo zijn er veel kinderen gered Baby’s stopten ze in een wasmand tussen de was Die gingen door het gat in de heg |
VERTELLER 2 | Maar Daniël was te groot voor de wasmand Dus had zijn moeder toestemming gegeven om hem uit de rij te halen Dat is zijn redding geweest |
VERTELLER 1 | De moeder van Daniël heeft nog een afscheidsbrief geschreven Die naar buiten is gesmokkeld |
VERTELLER 2 | “Lieve zuster en zwager Dit is denkelijk wel de laatste brief die ik jullie vanuit de schouwburg schrijf Kinderen, wat er in me omgaat is niet te beschrijven Ik ben gisteren zo erg naar geweest dat ik er nu nog niet goed van ben Sien wat voel ik me ongelukkig Zo heb ik me nog nooit gevoeld Gerrit nooit meer kan je boodschappen of iets voor me doen Want nu ga ik misschien de dood in Alles wat meevalt is meegenomen, maar ik bereid mij op het ergste voor, dat begrijpen jullie toch wel Aan jullie is het waar ik steeds aan denk Ook jullie hebben niets meer, maar ik zal jullie nooit vergeten Vaarwel, honderdduizend zoenen van Dani en mij Jullie tot weerzien” |
VERTELLER 1 | Daniël werd door een mevrouw die Truus heette naar Limburg gebracht Hij kreeg een snoepzakje mee voor onderweg In Limburg heeft hij op heel veel plekken ondergedoken gezeten |
VERTELLER 2 | Hij heette ondertussen geen Daniël meer, maar Jan Zijn achternaam was zo vaak veranderd, dat hij zelf niet meer wist hoe hij heette |
VERTELLER 1 | Uiteindelijk kwam hij in Enschede terecht bij de familie Vogel Vanaf dat moment heette hij Jan Vogel |
VERTELLER 2 | We zijn nu ongeveer hier: 18 januari 1944 De familie Vogel had een verstopplek voor Jan gemaakt, onder de keukenkastjes Soms oefenden ze samen dat er een Duitser voor de deur stond, of dat er een razzia was |
VERTELLER 1 | Toen er echt een razzia was, was Jan ontzettend ziek Hij had hoge koorts en kon niet in het kastje kruipen Zijn nieuwe moeder heeft hem in een deken gewikkeld en hem zo – hup – bij de buren in het kolenhok gelegd |
VERTELLER 2 | Dat is zijn redding geweest Alweer |
VERTELLER 1 | We zijn nu hier: 1 april 1945 De oorlog is afgelopen Jan mag weer naar buiten, hij is voor het eerst in zijn leven vrij “Het leek alsof er een last van zijn schouders viel” Dat schreef zijn nieuwe vader later in zijn dagboek Hij heeft het overleefd |
VERTELLER 2 | Jan wist niet meer wie hij echt was Samen met zijn nieuwe vader ging hij naar de enige plek die hij nog wist: De Albert Cuypmarkt in Amsterdam Ze hebben de straat vijf keer heen en weer gelopen Om te kijken of hij iets herkende Hij herkende niets |
VERTELLER 1 | Toen kwam er een vrouw naar buiten, die liep recht op Daniël af en zei: “Oh Daantje, oh Daantje…” Dat was zijn tante, die was als enige overgebleven De rest van de familie was allemaal… |
VERTELLER 2 | We zijn nu hier, jaren later Jan heette weer Daniël Hij sprak nooit over de oorlog Pas helemaal aan het eind, in het verpleeghuis Herinnerde hij zich de bommen die vielen op Enschede |
VERTELLER 1 | Hij zat in een kelder En daar stonden allemaal weckpotten Toen de bommen vielen trilden ze allemaal tegelijk Dat geluid, dat herinnerde Jan – die toen weer Daniël heette, zich ineens |
In mei 2019 speelde de voorstelling ‘Ik weet wat jij bent’ in Enschede (regie: Renée Buys – productiehuis: De Theatermakerij). De voorstelling speelde op het terrein van de Performance Factory in Enschede.