Categorieën

Het vergissingsbombardement

Thema's: Bombardement

Locatie: Enschede, Nederland

Door: Renée Buys

Dit verhaal is van Ria (1941), Walter (1934) en Annet (1935). Zij hebben alle drie – los van elkaar – het ‘vergissingsbombardement’ in Enschede meegemaakt. Ria’s familie wilde na het bombardement niet in Enschede blijven. In Wapenveld hebben ze bij familie in de tuin met z’n vijven in een kippenhok geslapen, tot de ondergrondse een andere woning voor ze regelde. Wapenveld ligt dicht bij de IJssel, waar ook veel bommen vielen. Ria’s vader bouwde schuilkelders in het bos. Walter was een kwajongen in de oorlog, hij haalde allerlei kattenkwaad uit. Zo maakte hij van oude granaten rotjes waarmee hij putdeksels opblies. Hij is vaak door Duitse soldaten gepakt, maar ze lieten hem altijd weer gaan – omdat hij nog maar een kind was, denkt hij zelf. Annets vader is tijdens de Tweede Wereldoorlog overleden aan longkanker. Haar moeder nam het bedrijf over en ging in het verzet. Haar moeder was een van de weinigen met een telefoon, daar werden geheime boodschappen mee doorgegeven. Ook werden de folders voor de ondergrondse gestencild in hun huis en hadden ze onderduikers die voor een nacht moesten verdwijnen.

PERSONAGESVERTELLER 1
VERTELLER 2
VERTELLER 3

Deze tekst kan ook gesplitst worden in drie losse monologen. Op de vloer zijn met tape drie vakken gemaakt. VERTELLER 1, 2 en 3 staan ervoor

VERTELLER 1Ik doe Ria
VERTELLER 2Dan doe ik Walter
VERTELLER 3En ik Annet

VERTELLER 1, 2 en 3 stappen elk in een vak

VERTELLER 1Het was 22 februari 1944
Ria was drie en een half
Dit is haar eerste herinnering
VERTELLER 2Het was 22 februari 1944
Walter was tien
Hij was samen met zijn moeder op de terugweg van hun strooptocht
VERTELLER 3Het was 22 februari 1944
Annet was negen
Ze had vrij van school en speeld bij een vriendinnetje
VERTELLER 2Ze hebben alles zien gebeuren
Ze zagen de Engelse vliegtuigen aankomen
Ze zagen grote wolken boven Enschede ontstaan
Ze zagen de Duitsers die hen de weg versperden
Zijn moeder zei: “Laat ons er langs, wij wonen daar”
VERTELLER 1Ze hoorde een brommend geluid
Haar vader greep haar hardhandig van de wc
Met haar broertje en Ria onder zijn arm trok hij de voordeur open
en keek naar buiten
In een stralend blauwe lucht zag Ria een V-vorm van vliegtuigen
Een vliegtuig gooide zilverpapier uit, de anderen gooiden bommen
Haar vader, de man die ze nog nooit had horen vloeken, zei heel hard:
“GODVERDOMME!”
Ze hoort het hem nog zeggen
VERTELLER 3Het was twaalf uur toen er iemand naar binnen kwam rennen
“Allemaal vliegtuigen, we moeten de kelder in!”
Annet keek uit het raam
Ze zag vliegtuigen, ontzettend veel vliegtuigen
En ineens viel er een soort balletje uit
Het was één over twaalf toen iemand riep:
“Dat zijn brandbommen, we moeten de kelder in!”
VERTELLER 2Toen ze hun straat in kwamen, zagen ze overal vuur
Ze zagen dat alles in brand stond
Ze zagen een rijtje met zes huizen dat niet brandde
Een rijtje huizen tussen al die vlammen
Ze zagen dat zij net in een van die huizen woonden
Ze zagen dat alles daaromheen weg was
Tussen al dat vuur zagen ze dat ze mazzel hadden gehad
Dat zagen ze allemaal
VERTELLER 1Hun huis stond helemaal in brand
Ria werd in haar blootje op een stapel dekens
midden op de brandende straat gezet
Ze zag overal bommen ontploffen
Ze hoorde overal gillende mensen
Ze voelde de luchtdruk die steeds wegviel
Zij zat daar op die dekens
Helemaal alleen
Ze herinnert zich dat ze aan die dekens zat te trekken,
dat mensen probeerden die dekens onder haar weg te trekken
Ze gilde
Ze schreeuwde
Ze huilde
Maar niemand hoorde haar
Ze was helemaal alleen
VERTELLER 3Na een tijdje mochten Annet en haar vriendinnetje weer naar boven
Ze keken uit het raam
Aan de overkant van de straat stonden alle huizen in brand
Het was warm, zo warm
Zo ontzettend warm
VERTELLER 2Er vielen brisantbommen, die maakten hele diepe gaten
Walter liep tussen die gaten
Hij zag een hele lange vlecht op de grond liggen
Hij heeft de vlecht vastgepakt
Hij heeft naar de vlecht gekeken
Hij heeft gefantaseerd van wie de vlecht zou kunnen zijn
Van welk meisje?
Van welke vrouw?
Hoe zou zij eruit zien?
Zou ze nog leven?
Hij heeft om zich heen gekeken
Hij zag alleen maar vuur, diepe gaten en gillende mensen
Zo stond hij daar een tijdje, te kijken naar die vlecht
Het leek alsof de tijd even stilstond
Hij heeft een kuiltje gegraven met zijn handen
Hij heeft de vlecht voorzichtig in het kuiltje gelegd
En terwijl hij de vlecht begroef, dacht hij aan het meisje
Het meisje zonder vlecht
VERTELLER 1Haar familie is terug het brandende huis in gegaan
Ze probeerden te redden wat er te redden viel
Haar vader heeft een trapnaaimachine gered met een ijzeren onderstel
Dat was het enige
VERTELLER 3Annet en haar vriendin kregen een groot nat badlaken over hun hoofd
Ze moesten achter het huis langs lopen, richting de brug
Het was een heel end
Ze vond het doodeng om daar te lopen
Ze hoorde overal gillende mensen
Ze zag mensen brandbommen hun huis uit gooien
Ze zag brandende dakgoten naar beneden vallen
VERTELLER 2Ze hebben alles zien gebeuren
Ze zagen de Engelse vliegtuigen aankomen
Ze zagen grote wolken boven Enschede ontstaan
VERTELLER 1Het was 22 februari 1944
VERTELLER 2Het was 22 februari 1944
VERTELLER 3Het was 22 februari 1944

VERTELLER 1, 2 en 3 stappen uit de vakken

In mei 2020 ging de korte film ‘Vrij’ in première (regie: Renée Buys, regie-assistentie: Kaya Minnegal, productie: Karine Roldaan – productiehuis: De Theatermakerij Enschede). Dit is één van de alternatieve vormen waarmee Theater Na de Dam tijdens de eerste Covid19-lockdown van 2020 toch doorgang kon vinden.