Deze tekst is geschreven voor, en gespeeld in, Madurodam. Op die plek werden verhalen uit heel Nederland verteld. Het publiek kon er als het ware doorheen lopen. Het thema was ‘verdwenen families’. Wie kwamen er nooit meer terug? En wat betekent dat eigenlijk: verdwijnen?
Deze tekst is als monoloog te spelen, of naar eigen inzicht onder meerdere acteurs te verdelen. Je kunt er ook voor kiezen om één acteur de tekst te laten spelen, terwijl anderen op de achtergrond bewegingen maken of op een andere manier (via beeld) de inhoud versterken
ACTEUR | Ik had een Joods buurmeisje, Roosje, en die was net zo oud als ik Ik ben in 1939 naast haar komen wonen en we speelden twee jaar lang elke dag buiten Op een gegeven moment mocht dat niet meer – waarom snapten we op dat moment niet zo goed, maar vooruit – dus speelden we binnen Ik herinner me nog dat haar grote zus mij leerde hoe een pickupje werkte Met van die plaatjes enzo Dan draaiden we een plaatje en leerden we dansen De grote zus was al zo groot, die kon al echte danspasjes Haar broertje wilde ook vaak meedoen, maar die was te klein, dus dat mocht niet Na lang aandringen werd hij dan toch maar op het bed gezet en mocht hij kijken In het begin merk je er nog niet zoveel van Je ziet soldaten door de straat marcheren En dat was eigenlijk wel een beetje gezellig, want die zingen heel hard, allerlei soldatenliederen, dat vond ik heel mooi Maar later was het niet meer leuk Eerst ben je er aan gewend dat die vreemde mannen er zijn, dan heb je er geen last meer van, en dan – zeg maar een jaar of drie later begint het heel vervelend te worden Ik was tien toen de oorlog uitbrak en vijftien toen hij eindigde Zo rond het derde jaar mochten we niet meer naar school En de hongerwinter was het allerergste Ik heb tulpenbollen gegeten, zo vies! Toen ben ik naar mijn vader gegaan en heb gezegd: “Die ga ik niet meer eten, dan ga ik nog liever dood” Veel dingen waren verboden: geen Hollandse liedjes meer zingen, zeker niet het Wilhelmus Je mocht niet meer naar buiten na acht uur En Joden moesten overal de ster dragen En die mochten nog veel minder dan wij Nee Het wordt nooit meer wat tussen de Duitsers en mij |
In mei 2016 speelde de voorstelling ‘En toen waren ze weg’ in Madurodam, Den Haag (regie: Els van der Jagt en Ilrish Kensenhuis – productie: Joya Bhikki de Bock). Een voorstelling in het kader van de speciale dodenherdenking voor kinderen bij Madurodam, waarin verhalen over de Tweede Wereldoorlog werden verteld op de (miniatuur)plek ‘waar ze gebeurden’. Voor deze voorstelling werden verhalen uit andere voorstellingen in Nederland gebundeld en samengevoegd tot een nieuw geheel. Deze tekst is oorspronkelijk geschreven door Julia Schmitz en later bewerkt door Els van der Jagt en Ilrish Kensenhuis.