Deze tekst is geïnspireerd op gesprekken met Frans, Petronella en de broers Jan en Toon (allen geboren tussen 1925 en 1930). Hun verhalen gingen over de grootschalige en rampzalige evacuatie van Breda in mei 1940, de duur van de vlucht en de oorlog. Dat je achteraf kunt terugkijken op een bepaalde periode, maar wanneer je er middenin zit, het eindeloos lijkt te duren.
PERSONAGES | VERTELLER 1 VERTELLER 2 VERTELLER 3 |
Deze scène speelde oorspronkelijk in een kerk, met een koor. Je kunt zelf bedenken of je deze regieaanwijzingen gebruikt, of het heel anders doet. Van achterin de kerk lopen VERTELLER 1, 2 en 3 door het publiek heen naar voren. Halverwege draaien ze zich om en lopen achteruit verder, zodat ze het publiek aan kunnen kijken. De scène is geschreven vanuit het perspectief van VERTELLER 1, 2 en 3, die hun ontmoeting met de ooggetuigen delen. Ook vertellen ze vanuit de ooggetuigen – deze perspectieven wisselen elkaar steeds af
VERTELLER 1 | Er staat een koektrommel op tafel |
VERTELLER 2 | Pak maar, pak maar |
VERTELLER 3 | Neem toch, neem toch |
VERTELLER 1 | Er wordt thee ingeschonken |
VERTELLER 2 | Wil je iets drinken? |
VERTELLER 3 | Thee, cola, water? Pakde gij eens even wat cola |
VERTELLER 1 | Kleine blikjes cola op tafel gezet |
VERTELLER 2 | Het huis is gevuld met bloemen |
VERTELLER 3 | En foto’s aan de wand |
VERTELLER 1 | Er ligt een kleed op tafel De zon zakt |
VERTELLER 2 | Zij was veertien |
VERTELLER 3 | Zij was dertien |
VERTELLER 1 | Ze onderbreken elkaar |
VERTELLER 2 | Ze vullen elkaar aan |
VERTELLER 3 | Er wordt naar een foto gewezen |
VERTELLER 1 | En uitgelegd wie wie is |
VERTELLER 2 | Ze vluchtten uit Breda, bepakt en bezakt |
VERTELLER 3 | Door Rijsbergen liepen ze |
VERTELLER 1 | Sommigen liepen door |
VERTELLER 2 | Sommigen scholen bij buren |
VERTELLER 3 | Die Bredase meiskes die daarbij zaten |
VERTELLER 1 | Die waren zo jong als jullie Die vroegen: |
VERTELLER 2 | “Hoeveel gaan er in zo’n kist?” |
VERTELLER 3 | En Joke was een beetje klein en vroeg |
VERTELLER 1 | “Ben jij kind of ben jij mens?” |
VERTELLER 2 | En al snel kwamen de Duitsers in het dorp |
VERTELLER 3 | En de Fransen |
VERTELLER 1 | En de Engelsen |
VERTELLER 2 | Eentje was er verliefd op mij… |
VERTELLER 3 | Hoe heette -ie ook alweer? |
VERTELLER 1 | Gerald Drieper? |
VERTELLER 2 | Nee, hij heette anders… |
VERTELLER 3 | Want het was een Duitsere naam |
VERTELLER 1 | Ach ik ben ook eenennegentig |
VERTELLER 2 | En de vlucht? |
VERTELLER 3 | Er lopen gedachten door elkaar |
VERTELLER 1 | Wij zijn nu zou oud als zij toen |
VERTELLER 2 | De mensen die vluchtten, waren bang te verliezen |
VERTELLER 3 | Alle kinderen houden te allen tijde met een hand de bagagedrager vast |
VERTELLER 1 | Vasthouden |
VERTELLER 2 | Hier komen |
VERTELLER 3 | Niet loslaten |
VERTELLER 1 | Niet verliezen |
VERTELLER 2 | We kunnen jullie niet kwijtraken |
VERTELLER 3 | Als ze beginnen met schieten, ga dan meteen op de grond liggen Achter een kinderwagen, in de greppel, waar dan ook Naast haar liep een jongetje van een andere bakkerij “Kijk eens wat ik heb,” zei hij In zijn hand lagen 6 kogels |
ALLEN | (ritmisch) De schuilkelder in, riep oom Bart, hij is klaar Maar hij viel zonder bom in elkaar |
VERTELLER 2 | Onderweg op de Ginnekenweg werden de winkelruiten ingeslagen |
VERTELLER 3 | Dan deden ze bij de schoenenwinkel zo nieuwe schoenen aan |
VERTELLER 1 | Te midden van alles… |
VERTELLER 2 | Lopen mensen |
VERTELLER 3 | Met karren |
VERTELLER 1 | En fietsen |
VERTELLER 2 | Met kinderen |
VERTELLER 3 | Die hun huizen verloren |
VERTELLER 1 | En vrienden |
VERTELLER 2 | Die onderweg zelfs het leven laten |
VERTELLER 3 | Zou ik bang zijn te verliezen wat ik heb? Om onderweg te zijn en niet wetend waarheen precies? |
VERTELLER 1 | Zou ik de bagagedrager vasthouden En nooit meer loslaten? |
In mei 2018 speelde de voorstelling ‘De Vlucht’ in Breda (regie: Jorg van den Kieboom – productiehuis: Podium Bloos). De voorstelling speelde in de Grote Kerk en was een samenwerking met het Bredase koor Capella ex Occasione.