Dit verhaal is gebaseerd op de ontmoeting tussen acht jonge Zutphenaren en Hetty, een Indische vrouw die opgroeide in een Japans krijgsgevangenenkamp. Zij vertelde over haar leven in het kamp, en het vogeltje dat haar er doorheen sleepte: Tjoesmai, een klein geel vogeltje dat heel mooi kon zingen. Hetty vond het vogeltje toen ze klein was en wist het steeds bij zich te houden. Gedurende haar hele tijd in het kamp werd Tjoesmai niet ontdekt – op één keer na.
TIP: Deze tekst is samen te lezen met HET MEISJE EN HET VOGELTJE I
PERSONAGES | SAM ROSAN YOSAN ROSA DORA CATO PAPILLON SIMON (Dit zijn de makers en spelers van het project) |
De acteurs staan verspreid over het toneel
ROSAN | Op deze dag |
PAPILLON | Moeten we onverwachts op appèl |
DORA | Ik zie ze aankomen Met hun samoerai zwaarden en petten met van die kleppen Dat voorspelt niet veel goeds Ik sta vooraan in de rij |
Iedereen gaat snel in de rij staan. ROSA komt met stok als Japanse soldaat naar de groep toe. ROSA roept de Japanse bevelen, de groep voert ze uit
ROSA | Kiotske |
In de houding
ROSA | Keree |
Buigen
ROSA | Nauree |
Opstaan
ROSA | Jasmee |
Op de plaats rust
ROSA | Dan moeten we tellen in het Japans |
CATO | Ietsj |
SAM | Nie |
DORA | San |
ROSAN | Sjie |
SIMON | Goo |
YOSAN | Rok |
PAPILLON | Schiesjie |
CATO | Hats |
SAM | Kjoe |
DORA | Djuu en weer buigen En dan Ziet hij het vogeltje Ik ben het vergeten Zijn hand pakt de vogel en hij loopt weg |
ALLEN | Tjoesmai! |
DORA | De rijen af Ik kan niet zonder die vogel |
YOSAN | Hetty |
ROSAN | Hetty nee |
PAPILLON | Zet het uit je hoofd |
SAM | Laat hem gaan |
CATO | Je vindt wel een nieuwe vogel |
DORA | Een nieuwe vogel?! Nee Ik verzamel al mijn moed en ga naar het Jappenkantoor |
SIMON | Dat is een hele nare plek |
CATO | ’s Nachts worden daar vrouwen gemarteld |
ROSAN | Ik hoor ze gillen als ik ’s avonds in mijn bed lig |
YOSAN | Dan kan ik niet meer slapen |
ALLEN | Tjoesmai |
DORA | Ik loop het trapje op, stap naar binnen en daar zit de Japanse soldaat te schrijven aan een tafeltje |
ALLEN | Tjoesmai |
CATO | Ik buig diep |
DORA | Tabe tuan, sayono burun con bali |
CATO | Dat betekent: ‘Dag meneer, ik wil mijn vogeltje terug…’ |
ROSAN | Er gebeurt niks, hij kijkt niet op of om |
CATO | Maar in de kamer erachter |
SIMON | Heeft Tjoesmai mijn stem gehoord |
YOSAN | Hij begint te fluiten |
ALLEN | Tjoesmai |
SAM | Ik ren erheen Hij zit op de leuning van de stoel Ik pak hem er af en neem hem mee |
DORA | Trimakassi tuan Wat nu? Waar moet ik heen? |
De groep loopt weg
DORA | Hij komt vast achter me aan Ik moet me verstoppen Anders word ik opgepakt Verrot geslagen |
SAM | Snel |
ROSAN | De wc in |
YOSAN | Deze |
PAPILLON | Deze wordt toch niet meer gebruikt |
SAM | Hij loopt over van stront en maden |
DORA | En ik wacht tot ik ontdekt word Ik wacht twee uur… Er komt niemand Ik wacht vier uur… Nog steeds niemand Ik heb het gered Ik heb Tjoesmai gered |
Alle spelers beelden een tableau uit met Tjoesmai
In 2022 ging de voorstelling ‘Nasi Sudah Menjadi Bubur (De rijst is allang tot pap gekookt)’ in première in Zutphen (regie: Irene Kriek – productiehuis: Woest Oost). Een voorstelling over de Tweede Wereldoorlog in voormalig Nederlands-Indië en de overgang naar de gewelddadige onafhankelijkheidsstrijd die daarop volgde. De voorstelling begon met een klein Indonesisch maal. Geur brengt ons terug naar onze oudste herinneringen…