Dit verhaal is van Jan (1934). Zijn moeder was Joods, zijn vader niet. Omdat Jan zelf volgens de nazi-wetten wél Joods was, liep hij gevaar. Daarom probeerde zijn vader met hem naar Turkije te vluchten. Dit mislukte. Na een korte en gewelddadige gevangenschap werd zijn vader gedeporteerd en later ook zijn moeder. Jan, die toen tien was, was twee weken alleen thuis voordat hij door een vriendin van zijn moeder werd opgenomen. Na de oorlog werd Jan psychiater en deed hij vele onderzoeken naar het ontstaan van geweld.
ACTEUR is alleen, zit op de grond en is aan het spelen met knikkers – of doet een andere kinderlijke handeling
ACTEUR | Koud, alleen, stil Een klop op de deur Niet open doen Nog een klop Stil houden, verstoppen Of anders kort en snel: “Ze zijn er niet Papa en mama zijn niet thuis” En snel de deur weer dicht Koud, alleen, stil Een boek van papa Mijn knikkers Turen uit het raam Zouden ze terugkomen? Snel bukken Niemand mag mij zien Niemand mag weten dat ik hier ben Koud, alleen, stil Papa is niet thuis, mama is niet thuis, ik ben niet thuis Niemand is thuis Dit huis is leeg Koud, alleen, stil Behalve ’s nachts Dan hoor ik de klappen De schoppen Het geschreeuw Van toen ik met papa was Van toen ze ons hadden Van wat ze toen deden Ik hoop dat dat ooit weggaat Ik hoop dat ik nog eens kan slapen Ik hoop dat papa en mama terugkomen Ik hoop Ik hoop Ik hoop Koud, alleen, stil Een klop op de deur Niet open doen |
In januari 2020 speelde de voorstelling ‘We are the memory II (Wij zijn de herinnering II)’ in Praag (regie: Tamara Pomoriški – productiehuis: Post Bellum). De voorstelling speelde in de Nationale Bibliotheek van Tsjechië.