Dit verhaal is van Henri (1928), geboren in Maastricht. Op zijn twaalfde raakte hij in de ban van de mergelgrotten van de Sint Pietersberg. Samen met zes vrienden richtte hij een clubje op om samen de grotten te onderzoeken. Daar doolden ze gedurende de Tweede Wereldoorlog veel rond. De Vleermuizenclub ging van start op 20 april 1941, nadat de meesten van hen al regelmatige ‘grotlopers’ waren geworden. Alle avonturen werden bijgehouden in het ‘Vleermuizendagboek’. Deze dagboeken werden geschreven vanaf 10 augustus 1942 tot 14 oktober 1945. Het zijn eigenlijk tochtenboeken, om de beurt door de leden geschreven in schoolschriftjes, die nu in totaal tweehonderdzesentwintig door kinderhandjes geschreven bladzijden omvatten. Voor deze scène zijn de zeven leden van de Vleermuizenclub omgeschreven naar drie personages.
PERSONAGES | HENRI WALTER PAUL |
HENRI, WALTER en PAUL staan naast elkaar op de vloer, dicht bij het publiek. Ze bewegen gedurende de scène energiek door de ruimte heen. Ze zijn gericht op het publiek en vertellen hun verhaal vol spanning en enthousiasme
HENRI | Wij zijn drie jongens |
WALTER | Drie jongens op zoek naar avontuur |
PAUL | De Sint Pietersberg telt tweeëntwintigduizend gangen Van in totaal tweehonderddertig kilometer lang |
WALTER | We hebben twee karbietlampen |
HENRI | Walters lamp is kapot |
WALTER | We hebben drie touwen |
PAUL | Waarvan we er één hebben gejat van Willem |
HENRI | Maar dat weten jullie niet |
WALTER | Tweeëntwintigduizend gangen die we willen ontdekken |
HENRI | Drie jongens op zoek naar avontuur, in een tijd vol spanning en mysterie |
PAUL | Op 10 mei 1940, de dag dat Maastricht al in de vroege ochtend bezet werd door het Duitse leger, viel er op de Observantenweg een tamelijk klein bommetje uit een Frans vliegtuigje |
WALTER | Tamelijk klein? |
PAUL | Ja! |
WALTER | Ik vond hem best… |
PAUL | Nee, hij was klein! |
HENRI | Mijn vader, die net op het toilet zat, kreeg glasscherven in zijn rug |
PAUL | Mijn vader niet |
HENRI | Die nacht en enige nachten daarna sliep ik met mijn ouders in de onderaardse mergelgangen van de groeve Zonneberg |
PAUL | De grotten |
HENRI | Boer Crijns was zo vriendelijk om wat stro voor ons uit spreiden En daar sliepen we dan |
WALTER | Zit je opeens met je karbietlamp op een beetje stro in een grot |
PAUL | Lekker dan |
HENRI | Toen, twaalf jaar oud, werd ik verslaafd aan onderaardse gangen En mergel En fossielen |
WALTER | Het mergelvirus had ons besmet! |
PAUL | 20 april 1941 richten we samen De Vleermuizenclub op |
HENRI | Een club met één doel: samen op ontdekkingsreis in de grotten van de Sint Pietersberg |
WALTER | En één regel: alle tochten dienen te worden genotuleerd in de Vleermuizendagboeken |
PAUL | Zaterdag 20 maart 1943: Henri kroop door een schietgat omlaag En juist toen ik hem gevolgd had Verscheen een nog nooit eerder geziene bewaker |
HENRI | “Handen omhoog!” |
PAUL | Hij riep mij aan maar ik rende weg |
HENRI | “Ho! Staan blijven jij!” |
WALTER | Toen hij ons met een gummiknuppel achterna ging, bleven we staan |
Stilte
WALTER | We hebben heus geen moord gepleegd |
HENRI | “Zijn jullie bij de schilderijen geweest?” |
WALTER | Nee, nee, echt niet! |
PAUL | Wegens de oorlogstoestand ligt een groot aantal schilderijen in de grotten verborgen De Moffen hebben met hun propagandamachines de Nederlanders bang gemaakt dat de Geallieerden het Rijksmuseum zullen bombarderen |
WALTER | Toen hebben de nazi’s de schilderijen in een bunker in de berg gelegd Om even held te kunnen spelen |
HENRI | (als Duitser) “Kijk eens hoe goed ik voor jullie zorg! Ik bescherm jullie cultureel erfgoed Vinden jullie mij nu niet aardig, Nederland?” |
WALTER | We vonden ze niet aardig |
PAUL | Woensdag 27 december 1944 |
HENRI | Limburg was toen al bevrijd |
PAUL | We gaan naar beneden |
WALTER | Klikklik |
PAUL | Een soldaat van de Militaire Politie staat voor ons met een geladen geweer |
HENRI | Kliklik |
PAUL | We worden van alle kanten omsingeld Ik laat de soldaten het papier van het Fort zien |
HENRI | (als Amerikaan) “Persoonsbewijzen!” |
PAUL | Ze laten hun geweren zakken Dan mogen we samen met de Amerikanen naar binnen Er zouden namelijk nog moffen in de berg zitten |
HENRI | (als Amerikaan) “We found a machine gun So we suspect that there are still Germans hiding in these goddamn caves!” |
PAUL | Maar om vijf uur hebben we nog niets gevonden We gaan we naar huis We worden met de jeep thuisgebracht |
HENRI | Wij waren drie jongens |
PAUL | We hadden twee karbietlampen |
HENRI | Walters lamp was kapot |
WALTER | Drie jongens op zoek naar avontuur, in een tijd vol spanning en mysterie |
PAUL | Tweehonderdzesentwintig pagina’s vol |
HENRI | Met onze verhalen van hoe het toen was |
WALTER | We vonden dynamiet, smokkelaars en verstopte schilderijen |
PAUL | Het is geen literatuur, geen heldenroman |
HENRI | Maar het is wel hoe wij die oorlog meemaakten Naïef misschien? |
WALTER | Hoe we ronddoolden in de mysterieuze gangen van onze geschiedenis, die ik eigenlijk nog steeds niet begrijp |
PAUL | Als drie kwajongens Op zoek naar avontuur |
In mei 2020 ging de podcast ‘Terwijl we binnen blijven’ in première (regie: Celine Daemen, assistent: Ezra Koppejan – productiehuis: Kumulus Maastricht). Een podcast waarin jongeren zich verdiepten in de verhalen over de grotten van Maastricht en op zoek gingen naar helden en mythen. Een zoektocht naar wat waar is, maar ook naar wat we graag willen geloven. Dit is één van de alternatieve vormen waarmee Theater Na de Dam tijdens de eerste Covid19-lockdown van 2020 toch doorgang kon vinden.