Categorieën

Jij was er niet

Thema's: Bevrijding van Nederland, Bevrijdingskinderen, Vrijheid

Locatie: Nederland, Sittard

Door: Esther Scheldwacht

Dit verhaal gaat over Mira, die tijdens de bevrijding van Limburg zwanger raakte van Edward, een zwarte Amerikaanse soldaat. Mira’s man werkte al lang in de mijnen en ze wist niet of ze hem ooit nog zou zien, maar maanden na de bevrijding kwam hij toch nog thuis. De soldaat met wie Mira de bevrijdingstijd had gevierd was toen al naar Duitsland uitgezonden. Mira vertelde haar man dat ze zwanger was, maar durfde hem niet te zeggen dat het kind – één van de ‘bevrijdingskinderen’ – misschien niet van hem zou zijn. Maar hoe bewaar je zo’n geheim?

Scène voor één of twee acteurs. Je kunt de tekst herverdelen, je kunt ervoor kiezen om een acteur in stil spel op de achtergrond te zien, of je kunt de tekst als monoloog spelen

ACTEURNooit verstuurde brief van Mira aan haar man Sjef
Zwanger van een dochter die ze later ook Mira zal noemen
Geschreven in een klein dorpje in het zuiden van Limburg

Opent brief

ACTEUREckelrade, 10 juni 1945

Liefste, vandaag heb ik je uitgezwaaid
Ik stond daar op de kade en zag jou een steeds kleiner stipje worden
Tot je niet meer was en ik alleen nog maar de contouren van de boot kon zien
Misschien zien wij elkaar nooit meer terug in dit leven
Je bent zojuist alweer een oorlog in gegaan, terwijl je er net één uit bent
Ach mijn liefste, ik hoop zo dat je het overleeft
De wonderen zijn de wereld nog niet uit, immers?
Zie bijvoorbeeld het wonder dat in mijn buik groeit en groeit
En binnenkort het eerste levenslicht zal zien, als alles goed gaat

Ik moet je daar iets over vertellen, Sjef mijn liefste
Iets wat ik je niet heb durven zeggen
Omdat het me voorkwam als onnodig kwetsen
Want misschien overleef je de oorlog daar in Indië en kom je terug
En is het ons gegund een gelukkig gezin te worden

Maar misschien is het jouw kind niet

God, waar begin ik!
Het was bevrijding, feest, jij was er niet
Alles was grenzeloos, uitzinnig, vol vreugde, we leefden, we waren bevrijd –
iets wat we ons niet meer voor mogelijk hielden
Jij was er niet
Ik ben jong, we vierden het leven, de bevrijding, dag en nacht op straat,
wekenlang, jij was er niet, mensen omarmden, omhelsden, knuffelden
en kusten elkaar voortdurend, ook volkomen vreemden,
nog nooit zoiets meegemaakt maar o wat was het mooi, zo mooi
Ik leef, ik leef, was het enige wat ik denken en voelen kon
En wilde denken en voelen
En ik dacht aan jou en ik miste jou
Maar ik wilde die pijn en onzekerheid tegelijkertijd ook niet voelen,
ik wilde verdrinken in het feest, me mee laten sleuren door het geluk

In die feestelijke stemming ontmoette ik hem, Edward Brown
Een prachtige soldaat uit Amerika, die mij stevig omhelsde
“You’re free!”, zei hij en ik keek in zijn ogen,
voelde zijn armen stevig om me heen geslagen en was verkocht
“No I am not, I am married”, zei ik nog lachend
en kuste hem vervolgens uitbundig op zijn mond
Ik weet het, het hoorde niet, ik weet het
Maar op dat moment leken er geen wetten of regels meer te bestaan
Het gebeurde, ik kon er niks aan doen, het gebeurde, alles was alleen maar blij,
alles was alleen maar geluk, alles was alleen maar dat moment,
alles was alleen maar hij en ik, het was alsof we dronken waren
Ik nam hem mee naar boven, ik miste jou zo erg,
en ik gaf me volledig aan hem over, ik kon niet langer wachten,
het was alsof ik veranderd was in een dier, alsof ik veranderd was in natuur,
alleen nog maar tong en handen en ogen en geslacht werden we
en uren en uren lang hebben we gevreeën en was het alsof ik in de hemel was
Ik, een met jou getrouwde vrouw voelde me op dat moment niet eens schuldig
In die tijd was jij nog altijd niet terug en Edward en ik spraken af,
weer en weer en weer
Met het idee dat dit alleen maar tijdelijk kon zijn, dat we feest vierden,
dat we meer dan ooit op het moment leefden, dit een uitzinnig avontuur was,
een cadeau in ons leven, van voorbijgaande aard,
ingegeven door de uitzonderlijke situatie,
verblind door onze plotselinge en verboden verliefdheid

Toch, toen het bericht kwam dat hij op 7 februari weer verder moest,
richting Duitsland, kwam dat voor ons beiden harder aan dan verwacht
Ook al wisten we van te voren dat dit zou gebeuren
Het afscheid was zwaar, emotioneel, ik was er dagen en dagen kapot van
Maar ik wist en weet al die tijd: ik ben een getrouwde vrouw
Ik wist dat dit maar voor even was
En gaandeweg kon ik mijn affaire met hem steeds meer koesteren
als een groot cadeau, dat me zomaar onderweg was gedaan,
onderweg in mijn leven

En toen ontdekte ik dat ik zwanger was, nog maar net zwanger,
pril en kwetsbaar, ik voelde het van binnen,
van de buitenkant was er nog niets te zien

En toen kwam jij terug
En ik kon het je niet zeggen,
want je was al zo kapot door alles wat je in de mijnen had meegemaakt,
je leek in één klap wel tien jaar ouder, was stil, wilde niet praten
Wat moest ik doen?
Ik kon je toch onmogelijk vertellen wat er was gebeurd nu ik je zo terug kreeg,
zo een gewonde man, vermoeid, uitgeput en bedroefd?

Een maand later vertelde ik je pas dat ik zwanger was
en deed alsof het van jou was

Je was zo blij en zo trots:
“Zie je wel, het leven gaat door!”, zei je,
en dat je hoopte op een zoon

En o wat hoop ik dat het het jouwe is
En als dat niet zo is, dan nog doe ik of het het jouwe is
Er is alleen een probleem:

Edward is zwart

In mei 2017 speelde de voorstelling ‘Krassen op de huid’ (spel & tekst: Naomi van der Linden en Esther Scheldwacht). Naomi van der Linden en Esther Scheldwacht lieten zich inspireren door het boek ‘Kinderen van zwarte bevrijders’, door Mieke Kirkels. In dit boek werden de persoonlijke verhalen opgetekend over kinderen die tijdens de bevrijding werden verwekt door zwarte Amerikaanse soldaten bij Limburgse meisjes. Van der Linden en Scheldwacht begonnen een intense correspondentie, bevroegen elkaar en spiegelden zich ondertussen aan één van de verhalen uit het boek. De geschiedenissen raakten met elkaar verweven – het werd een persoonlijke reis die raakte aan alle continenten.